‘We meten onze impact om de deelnemers verder te brengen’

Hoe weet je of je echt verschil maakt voor deelnemers? Bij STOOT wordt deze vraag serieus genomen. STOOT ondersteunt jongvolwassenen in Groningen bij het vergroten van positieve gezondheid. Door structureel impact te meten, worden keuzes onderbouwd en het programma steeds verder aangescherpt. “Door het meten van impact zijn we erachter gekomen dat sommige onderdelen prima uit ons programma kunnen, zoals aandacht voor hygiëne. Waar anderen juist meer aandacht verdienen, bijvoorbeeld ‘hoe maak je nou eigenlijk vrienden’,” legt Rosanne Roeles van STOOT uit.

Over STOOT

STOOT biedt sinds 2016 dagbesteding aan kwetsbare jongvolwassenen van 18-35 jaar in de stad Groningen. In een afgebakend programma van 12 weken gaan de deelnemers aan de slag met hun mentale en fysieke gezondheid. Ze doen dit door samen te bewegen, met elkaar in gesprek te gaan en groepsopdrachten uit te voeren.  Het programma wordt vier keer per jaar herhaald. Instromen kan op elk moment. Als je je aanmeldt, kan je meteen beginnen in een lopende groep. Sommigen draaien één cyclus mee, anderen blijven langer. Er zijn deelnemers die al twee jaar meedraaien omdat ze kampen met complexe problemen zoals een gameverslaving, depressie of psychoses.

Positieve Gezondheid

Uitgangspunt van het programma is de methodiek ‘Positieve Gezondheid’. Rosanne: “We zijn echt fan van ‘Positieve Gezondheid’ omdat het doorlopend focust op de kracht en wensen van de jongvolwassene zelf. We geloven echt in deze theorie en het stipt ook de levensthema’s aan die belangrijk zijn voor onze deelnemers. Daarom meten we onze impact ook aan de hand van de zes thema’s van ‘Positieve Gezondheid’:  lichamelijke functies, mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven, meedoen en dagelijks functioneren. Deelnemers geven bijvoorbeeld met een cijfer aan hoe fit ze zich voelen, of ze contact hebben met anderen en hoe zij hun toekomst zien. Daarnaast worden open vragen gesteld, zodat ze ook in hun eigen woorden kunnen aangeven wat het programma voor hen betekent.

We meten onze sociale impact vooral om onszelf te verbeteren. We toetsen of het programma nog aansluit bij wat deelnemers nodig hebben en of het daadwerkelijk doet wat het belooft te doen. Het biedt zo concrete informatie om de kwaliteit van ons programma te verbeteren,” vertelt Rosanne, “Daarnaast gebruiken we het om financiers, zoals de gemeente en fondsen, te laten zien wat ons programma oplevert.”

De meting vindt plaats bij aanmelding en vervolgens één keer per half jaar bij alle deelnemers die op dat moment meedoen. “In het begin werd er ieder kwartaal gemeten. Omdat het best veel vraagt van de deelnemers, doen we dit nu minder vaak. De halfjaarlijkse metingen geven genoeg houvast, zeker omdat het programma wordt herhaald en deelnemers soms meerdere rondes meedoen.”

Aandacht voor iedereen

Deelnemers worden doorverwezen via wijkteams en zorgaanbieders. Inmiddels werkt STOOT samen met ruim dertig organisaties die cliënten aandragen. Per dag zijn er tussen de acht en veertien deelnemers aanwezig. In totaal begeleidt STOOT tussen de 45 en 55 mensen. Er is bewust gekozen voor kleinere groepen, zodat er voldoende aandacht is voor iedereen. Bovendien kan op deze manier voorkomen worden dat er wachtlijsten ontstaan.

Het meten van impact vraagt wel wat van zowel de deelnemers als de organisatie. De respons ligt tussen de zeventig en tachtig procent, mede doordat de deelnemers en begeleiders elkaar goed kennen. Rosanne: “We kennen iedereen bij naam en gezicht. Dat maakt het makkelijker om mensen persoonlijk te vragen mee te doen.” Toch zijn er uitdagingen. “Niet iedereen heeft dezelfde motivatie om een vragenlijst in te vullen, en sommige deelnemers hebben moeite met lezen of begrijpen wat er precies gevraagd wordt. Daarom is ondersteuning bij het invullen soms nodig.”

Verbeteren door impact meten

De impactmetingen worden zorgvuldig geanalyseerd en besproken binnen het team. De resultaten worden jaarlijks samengevat in een presentatie en gedeeld met collega’s. Dit is onderdeel van de kwaliteitscyclus van STOOT. Wanneer uit de metingen opvallende of onverwachte resultaten naar voren komen, wordt daar direct op ingespeeld. Een goed voorbeeld daarvan is het programmaonderdeel over hygiëne. Toen bleek dat dit thema weinig opleverde voor deelnemers, is besloten om het uit het programma te halen. Zo ontstaat ruimte om meer te investeren in onderdelen die wel verschil maken, zoals mentale gezondheid, sociale contacten en zingeving.

Ook de keuze voor de indicatoren die STOOT gebruikt, is bewust gemaakt. De zes thema’s van ‘Positieve Gezondheid’ sluiten goed aan bij de doelgroep. “We hebben lang geleden al voor deze insteek gekozen, juist omdat het een brede, mensgerichte kijk biedt op gezondheid en welzijn,” vertelt Rosanne. “Naast de cijfermatige resultaten geven de toelichtingen op de vragen veel inzicht in wat er echt speelt bij deelnemers en wat het effect van ons programma op de cijfers zijn.” De verhalen van de deelnemers zijn daarom net zo waardevol als de cijfers of misschien nog wel waardevoller.

Hoewel het huidige meetsysteem functioneel is, ziet STOOT ook ruimte voor verbetering. Het invullen via Forms is laagdrempelig, maar niet erg aantrekkelijk. In de toekomst zou een app het invullen gemakkelijker en leuker kunnen maken. Toch moet zo’n verbetering ook haalbaar en betaalbaar zijn. Impact meten kost tijd, energie en geld. Voor nu is de huidige werkwijze werkbaar en voldoende, zolang het programma er maar beter van wordt.

STOOT blijft zich ontwikkelen en gebruikt impactmeting als een praktisch en inhoudelijk hulpmiddel om scherp te blijven. Niet als doel op zich, maar als middel om deelnemers echt verder te helpen.

Meer weten of demo aanvragen?

Wil je weten wat Servates kan betekenen voor de sociale organisatie waar jij werkzaam bent? Neem dan contact met ons op. Onze medewerkers staan je graag te woord!